Hoe anders ziet de dagelijkse praktijk eruit voor de tienduizenden die door ouderdom en daarmee samenhangende beperkingen zichzelf niet langer kunnen redden. Die elke dag wachten totdat iemand op bezoek komt, die met moeite een afspraak kunnen maken met de huisarts. Of die wachten op een plek in het verpleeghuis. Voor deze mensen luidt de Raad van Ouderen de noodklok. Ouderen op de drempel van de langdurige zorg zijn het kind van de rekening geworden. Het gaat om mensen met een combinatie van bijvoorbeeld verwardheid, fysieke klachten, verslechterd zicht en gehoor. Zelfs voor mensen met langdurige dementie is de deur vrijwel gesloten. Het gaat om mensen die 24 uur per dag zorg nodig hebben en die hulp nodig hebben bij het invullen van de dag en het maken van afspraken.
Wat is er mis(gegaan) in de langdurige ouderenzorg?
Het WOZO-programma (Wonen, Zorg en Ondersteuning voor Ouderen) van minister Helder is gestoeld op het mantra ‘’Zelf als het kan, Thuis als het kan, Digitaal als het kan’’. Daarnaast is er een stop gezet op de uitbreiding van het aantal verpleeghuisplaatsen. Hierdoor worden honderden miljoenen bespaard, omdat mensen hun eigen woonlasten betalen.
Nog in 2020 waren er plannen dat de bestaande 130.000 verpleeghuisplaatsen aangevuld zouden worden met 100.000. In 2022 bepaalde het kabinet dat 40.000 plaatsen voldoende waren, allen extramuraal waarbij wonen en zorg gescheiden aangeboden worden. Dit betekent in de praktijk van alledag dat er te weinig plekken zijn voor acute opvang en dat zeer kwetsbare ouderen verkommeren in hun woning die niet op zorg is aangepast. Het gaat om ouderen die zich op geen enkele manier zelf kunnen redden; aan-en uitkleden, douchen, toiletgang, uit en in bed, het huis onderhouden en koken zijn niet meer mogelijk. Niet alleen ouderen lijden onder deze situatie, ook hun mantelzorgers en verzorgers weten zich geen raad met de ontstane situatie.
Problemen stapelen zich op
Op zich willen zorgpartijen aan het WOZO meewerken, maar de problemen in de praktijk stapelen zich inmiddels in rap tempo op. Een groot probleem is dat het kabinet - nu demissionair - onvoldoende middelen en instrumenten ter beschikking stelt om de gewenste vernieuwing in praktijk te brengen. Er is helemaal niet duidelijk wie wel en wie niet voor welke zorg in aanmerking komt. Willekeur ligt op de loer. Ook de woningbouw is een probleem. Er moeten woningen gebouwd worden voor mensen die zorg nodig hebben en voor ouderen zonder netwerk en familie. Voorheen bouwden zorgaanbieders deze woningen, nu wordt dat overgelaten aan woningcorporaties en projectontwikkelaars. Gemeenten hebben er weer een klus bijgekregen. De nieuwe partijen kunnen echter zonder richtlijnen en extra middelen de financiering van deze woningen niet rond krijgen. Daardoor is de verplaatsing van zorg naar thuis niet mogelijk.
Uit meerdere peilingen blijkt dat ouderen niet of onvoldoende op de hoogte zijn wat de plannen en de gevolgen van het nieuwe zorg- en woonbeleid voor hen betekenen. De verwachtingen over de zelfredzaamheid en de solidariteit in de samenleving zijn desalniettemin hooggespannen.
Ook de toegankelijkheid van de zorg is (nog) niet op orde. Als mensen thuis geholpen, verpleegd en verzorgd moeten worden, dan zal er voldoende op elkaar afgestemde zorg gegarandeerd moeten zijn. Samenwerking is een must. Meerdere professionals zullen samen met familie en mensen uit de buurt aan de slag moeten. En dat vraagt meer organisatie en investering als in het verpleeghuis, waar alle zorg door een aanbieder geregeld is. Een ander knelpunt is de huisartsenzorg die steeds meer onder druk komt te staan door de complexe zorgvraag van de thuiswonende, kwetsbare ouderen. Ook hierover is nog niet genoeg nagedacht. Kortom; organisatie, financiering, bemensing en bewustwording zijn onvoldoende op orde om het nieuwe ouderenbeleid in praktijk te brengen.
Het advies
De Raad van Ouderen vindt het noodzakelijk dat (de overgang naar) nieuw beleid, zoals voorgesteld in het WOZO-programma, moet voldoen aan een aantal basisvoorwaarden. Dit om te voorkomen dat de groter wordende groep ouderen die kwetsbaar zijn of worden, nog verder tussen wal en schip vallen. In het advies doen we aanbevelingen over het aantal intramurale verpleeghuisplaatsen, over het realiseren van extramurale woonzorgwoningen, over het versterken van de huisartsenpraktijken en een ‘Social Service Buddy’ voor alleenstaanden zonder netwerk. Lees het gehele advies met 13 aanbevelingen - en alle andere adviezen - op www.raadvanouderen.nl
11 augustus 2023