Op de dag zelf moet ik bijtijds mijn bed uit en we worden om half tien ’s ochtends verwacht aan de andere zijde van de grens. Het gezelschap is deels Duits en deels Nederlands. Een paar dames ken ik al en samen eten verbroedert meteen of moet ik hier zeggen ‘verzustert’. De tafel is feestelijk gedekt en er worden allerlei heerlijkheden gepresenteerd, die de calorieën meter direct laten doorslaan. Verrukkelijk knapperige verse broodjes, allerlei soorten kaas, vis, vlees, en eigen gemaakte jams wakkeren de eetlust aan en dragen bij aan spontane gesprekken.
We eten smakelijk, ik vergeet de calorieënteller voor die dag maar even en beleg mijn knisperende broodje met kaas, nee geen vetarme, maar gewoon 48+ en lekker romig.
De andere tafelgenoten hebben zitting in verschillende besturen en vertellen over weggevallen functies in verzorgingshuizen, buurthuizen, musea en bibliotheken. Door de krapte op de arbeidsmarkt komen ze er vele handen tekort. Dit levert een levendig gesprek op omdat alle disgenoten al jaren met pensioen zijn, nog alle dagen actief, maar niet meer inzetbaar in de verpleging of een andere betaalde functie.
Aan de Duitse kant kent men dezelfde malaise op de arbeidsmarkt als in Nederland, maar er worden ook creatieve oplossingen aangedragen. Zo werken verschillende instanties samen aan de ontwikkeling van een boekje in verschillende talen, waarin alle mogelijkheden worden genoemd om gebruik te maken van diverse diensten en instellingen, voor beide zijden van de grens. Tijdens het gesprek komt ook de zorg aan bod en daar zijn de Duitse dames niet over te spreken. Een afspraak bij de huisarts kan zo twee maanden verder in de agenda worden gezet, eerder ben je niet aan de beurt. Ook een afspraak bij de cardioloog kan wel een maand verder gepland worden, zelfs als de huisarts vaststelt dat het nodig is dat je gaat.
Zo val ik van de ene verbazing in de andere en prijs mezelf gelukkig dat ik aan de andere kant van de grens mijn domicilie heb, met de wetenschap dat als ik vandaag naar de huisarts bel, ik meestal overmorgen wel aan de beurt ben.
Ik leer veel, tijdens het feestontbijt, bijvoorbeeld over gastvrijheid en verwend worden. Iedereen is tegen twaalven voldaan en we maken aanstalten om huiswaarts te gaan, de gastvrouw helpen met opruimen is not done. Ik neem hartelijk afscheid van alle nieuwe en bekende gezichten en natuurlijk uitvoerig van de jarige. Nee, ik heb die dag niet veel meer gegeten en denk vandaag met voldoening dat ik een grensgeval ben.